6 – vraag een Nederlander hoe zijn vakantie was en hij begint over het weer

Maandag 28 juni

Vandaag wil ik mijlen maken en het getij loopt daar gunstig voor. Dus gooi ik al om 07:06 uur los en vaar de haven uit. Ik had al gezien dat er in het achterland behoorlijk veel nevel hing maar of dat nu wolken waren of vallende regen dat kon ik niet bepalen. Vlak voor mij maakte een vissersboot zich los van de kade en tuft voor mij uit naar de binnenpieren van Boulange sur Mer. Een paar minuten later loste hij op in de nevel. Foute boel, ik voer nog een minuut of tien achter hem aan hoewel ik hem alleen op de AIS kon zien. Dit was overigens de eerste keer dat een visserman zijn AIS had ingeschakeld. Links van mij zag ik hoog boven mij op de pier nog net vaag het gebouw van de Port Control staan, direct op een paar meter daarachter moest een hoge vuurtoren staan, die was totaal niet te zien. En dat op nog geen 300 meter van mij vandaan. Het zat potdicht van de mist!  Ik besloot om terug te keren naar de binnenhaven, Het is absolute waanzin om met zo weinig zicht uit te varen.

In de haven werd het onverwacht nog heel gezellig. Voor mij lag een Nederlandse 46-voeter de Flyer die klaarblijkelijk een uurtje eerder hetzelfde had geprobeerd en ook bleek te zijn teruggekeerd. Wij raakten aan de praat en de schipperse, Marleen, vroeg mij om bij hen koffie te komen drinken. Luxe koffie welteverstaan met vers appelgebak uit hun eigen oven met een toef heerlijke slagroom. We hebben gezellig zitten praten over varen, onze wederzijdse plannen en het opvoeden van onze kinderen. De tijd vloog voorbij en op een gegeven moment bemerkten wij dat de mist begon op te trekken. Voor de zekerheid ben ik naar het havengebouw gelopen en heb op de bovenste verdieping over de omtrek uitgekeken. Mooi, er is nu zicht genoeg, hoog tijd om te vertrekken.

“Ietsje” later dan oorspronkelijk gepland vertrok ik om 13:24 uur ten tweede male uit Boulogne sur Mer ditmaal om er niet meer weer te keren. Een uur later was de lucht opgeklaard, kon ik wel twintig mijl ver zien en was het al 260 geworden. Het weer is en blijft wisselvallig. Vanwege de mistige start van de dag stond er nauwelijks wind dus werd het motoren. Pas om 15:44 uur was er net voldoende wind om de zeilen te hijsen, het sturen laat ik de rest van de dag over aan Sjaak. Sjaak??? Wie is Sjaak? hoor ik je denken. Ja Sjaak Stuurman, mijn stuurautomaat dus, vrij naar de Nederlandse vertaling van de conducteur Stan Shunpike op de Collectebus, de Londense driedubbeldekker in de boeken van Harry Potter. Er zijn hele volksstammen die hun wasmachine of een ander apparaat in huis een naam hebben gegeven. Ik ben daar geen uitzondering op en zo heet mijn stuurautomaat Sjaak. Hij is heel gedreven in het werk dat hij moet doen en heeft zich nog nooit ziek gemeld. Maar hij is wel heel faalangstig of misschien heeft hij zelfs een negatief zelfbeeld. Geen idee wat het is, maar bij alles wat hij moet doen stelt hij telkens eerst de vraag; “Mag ik…..linksaf” of “Mag ik.….rechtsaf”, ik geef dan mijn akkoord door een toets op de plotter in te drukken, komt Sjaak prompt weer met een vraag; “Weet je het zeker?” en verdomd, hij doet dan niets voordat ik opnieuw mijn akkoord geef door opnieuw een toets op de plotter in te drukken. Vermoeiend, zeker als je zoals hier met al die rotsen onder water veel waypoints in je route hebt staan, maar zijn trouw maakt een hoop goed dus ik laat hem maar.

Sjaak Stuurman, mijn trouwe Raymarine ST2000+ stuurautomaat

Rond een uur of half vijf zie ik dat boven land én in het Nauw van Calais de onweersbuien zich met prachtige wolkenformaties al weer aan het opbouwen zijn. Vreemd dat de boot nu onmiddellijk vergeven is van de kleine zwarte vliegjes, overal zitten die kriebelkrengen, het lijkt verdorie wel het IJsselmeer op een windstille dag.

Een regenbui in wording, mooi om te zien

Om 18:02 uur heb ik de Sommebaai aan bakboord (van de slag om de Somme uit de Eerste Wereldoorlog, hier veelzeggend La Grande Guerre genoemd), de temperatuur valt enorm en voor ik het weet worden de hemelsluizen al weer geopend. Ik zoek mijn heil op het brugdekje onder de buiskap, met mijn benen binnen op de trap zodat ik niet al te nat hoef te worden van deze enorme plensbui. Ver voor mij in het zuiden ergens verstopt in die donkere lucht moet Dieppe liggen, mijn eindbestemming voor vandaag.

Prachtige kusten schuiven voorbij

Twee uur nadat de regen begon zit ik weer buiten, is het kraakhelder en heb ik dus weer goed zicht op de krijtrotsen die aan bakboord voorbijschuiven en zonder noemenswaardige gebeurtenissen glijdt de Karavanserai na een dagtrip van ruim 54 mijl in het schemerdonker de haven van Dieppe binnen.

Aankomst in Dieppe om even na 10 uur ’s avonds

Op het moment van afmeren begint het weer te gieten wat de hele nacht zal blijven doorgaan. Ach, ik lig dan droog in mijn kooi en de meeste regen valt naast de boot.

Dinsdag 29 juni

Vanochtend eerst maar eens diesel getankt. Tja dit was ik al helemaal vergeten, wat stinkt die dieselbende. Mijn boot vaart al een jaar of vijf op GTL, dat is een uit gas verkregen dieselvervanger waardoor je motor veel, mooier en rustiger loopt, schoner verbrandt en dus minder gassen uitstoot en niet geheel onbelangrijk het ruikt niet. Als je GTL op je handen morst ruik je niets, je wast ze even en klaar. Als je diesel morst kan je wassen wat je wil maar uren, soms dagen later ruik je de diesel nog in de poriën van je huid.

Afijn om kwart over tien hijs ik buiten de pieren de zeilen en zet koers naar Le Havre, het is nog lang bewolkt en dus aan de frisse kant daarom kruip ik maar weg in de beschutting van de buiskap. De tijd sukkelt voorbij en er gebeurt niets bijzonders los van het feit dat ik rond het middaguur ruim een mijl moet omvaren omdat er een visnet dwars op mijn route in het water staat. Ik gok het maar niet om tussen de drijvers door te varen, geen idee of dat net wel of niet tot dicht onder het wateroppervlak komt.

Om kwart over één passer ik de kerncentrale van Paluel, aangezien ikzelf (zoals altijd) boordevol energie zit zie ik geen enkele reden om even bij hen aan te wippen.

Kerncentrale van Paluel, verstopt tussen de krijtrotsen

Tegen drieën begint het, je raadt het niet, weer te regenen en lijkt het mij raadzaam om toch maar even alle ramen dicht te doen.

Ik ken een verhaal van Anneke (een zeilvriendin van ons) die ergens op een terras met haar man zat  te eten toen er een enorm noodweer losbarstte. Met enig leedvermaak keken zij en haar man naar de kade en steigers waar in alle macht nog even spullen in boten werden gelegd. Vergenoegd dacht zij; “Dat moet je ook van te voren regelen, daardoor zitten wij nu relaxed te dineren en moeten jullie rennen”. Helaas bleek bij terugkomst op hun boot de vork toch iets anders in de steel te steken. Al hun bootramen stonde nog open met als gevolg dat ondermeer hun matras en beddengoed totaal doorweekt was. Alleen voor in de boot in de V-kooi was het niet nat geworden en konden ze daar de nacht doorbrengen.

Hoewel de muziek gezellig uit de luidsprekers in mijn kuip klinkt gaat deze dag mij te traag en ik verkies om in plaats van het grote en industriële Le Havre nu Fécamp aan te doen waar ik rond de klok van vijf de boot afmeer. Hoog tijd voor een verfrissende douche en het huishoudelijke afval naar de containers op de haven te brengen.

Woensdag 30 juni

Voor vandaag heb ik mij, na twee lange dagen zeilen, een korte trip toegestaan. Ik ga naar het pittoreske Honfleur, het schijn dat dit stadje, ondanks WO II, nog veel originele middeleeuwse gebouwen behouden zijn gebleven en het wordt zo langzaam aan hoog tijd om wat cultuur te snuiven.

Om even voor negenen hijs ik weer de zeilen en vaar parallel aan de Normandische kust in zuidwestelijke richting. In nog geen uur ben ik al Cap d’Antifer voorbij en heb ik al zicht op de in de verte liggende tankerhaven Le Havre-Antifer. Dat kan ook haast niet missen want de havenpier die de schepen en installaties moet beschermen tegen zwaar weer steekt maar liefst anderhalve mijl (bijna drie kilometer) de zee in.

De boot loopt lekker, ik heb dan ook 2,5 knoop stroomsnelheid mee omdat het afgaand tij is. De drukte voor de haven van Le Havre valt alleszins mee. Ongelofelijk dit is qua grootte de derde haven van Europa maar dat is aan de scheepsbewegingen absoluut niet af te lezen. Moet je eens bij de aanloop naar IJmuiden, Rotterdam of Vlissingen kijken, daar is vele malen meer verkeer. Het is zo rustig dat ik probleemloos even de kajuit in kan om het een en ander te regelen.

Op het moment dat ik bij Le Havre aankom keert het tij, geheel volgens mij berekeningen, en kan ik vanuit het Seine estuarium zo het Chenal de Rouen invaren met een duwtje in de rug door het opkomend tij. Een visserman vlakbij laat zijn netten uitlopen terwijl hij vanaf de Seine komend zee kiest.

Een uurtje later stuur ik een kleine kom in de westelijke oever van de Seine in waarin de sluis ligt die ik moet passeren om bij Honfleur te komen. Maar die rare Fransen toch, zij melden in de almanak dat er hier een flinke getijdestroom loopt en je erg voorzichtig moet zijn, maar een fatsoenlijke wachtsteiger of –ponton neerleggen, ho maar. Er staan slechts een paar dukdalven die ook nog eens onhandig dicht bij elkaar staan. Ik maneuvreer de boot met een flinke stroom op de kont vlak naast een van die stalen reuzen, werp van een afstandje de achterlandvast om een stuk uitstekend ijzer en doe hetzelfde met de voorlijn. Wurm een paar stootwillen tussen boot en die grote stalen paal en ik lig voor goud.

Voor de sluis op stroom afgemeerd aan een dukdalf

Het lange wachten kan beginnen. Er verschijnt een 35-voets Halberg Rassey uit Antwerpen die zich geen raad weet met deze kleine kom met snelstromend water en het lijkt mij verstandig om hem zijn boot naast de mijne vast te laten maken. Aan het gezicht van het echtpaar te zien lucht dit buitenkansje hen erg op. Een klein uurtje later loopt de sluis leeg en mogen wij ons op onze beurt laten schutten.

De Belgen meren af aan de beste eerste steiger na de sluis maar ik vaar nog een stuk door en knoop vast vlak voor de hefbrug die mij nog van de oude stadshaven scheidt. Als snel draait de brug en om kwart voor vier heb ik de boot in het Vieux Bassin, de stadshaven van Honfleur afgemeerd. Het grote genieten kan beginnen.

Ik meld mij aan bij de havenmeester(es) of heet dat dan havenjuf? Omdat er in de box waar ik mijn boot heb afgemeerd twee lijnen aan de steiger vastgeknoopt zijn vraag haar of ik in box 14 mag liggen. Tot twee keer toe verzekert zij mij dat dit voor twee nachten geen enkel probleem is. Terug op de boot ben ik net aan het afsluiten om nog even boodschappen te gaan doen hoor ik een brul over de havenkom schallen; “Hey, jij daar, hey, ja jij op die Hollandse boot….” Ik draai mij om en kijk de schipper van een 28-voets jachtje in zijn woedende ogen. “Dat is MIJN plek, opzouten, passanten horen daar niet, lossmaken en wel NU!” Ja vader, dat is een verkeerde benadering, en je hebt absoluut de verkeerde schipper uitgekozen voor jouw geketter. Ik kijk hem ontspannen aan en zeg hem dat de havenmeester deze plek heeft goedgekeurd maar als hij het nog eens vriendelijk vraagt ik de boot wel wil verhalen. Weer een hoop gebrul, volgens goed Amsterdams gebruik wens ik hem wat toe, hij verstaat het niet maar kon mijn dodelijke blikken ternauwernood ontwijken. Ik start ondertussen de motor, maak de lijnen los en meteen weer gebruiksklaar voor de nieuwe aanlegmanoeuvre en vaar achteruit zijn box uit en passeer daarbij zijn boot. Zijn zeilmaat op het voordek maakt in zijn beste Engels excuses voor het ongemak. Ik accepteer dat maar leg hem nog wel even uit dat vriendelijk praten echt prettiger is en zijn schipper zijn grote mond moet leren houden. Nu blijkt dat die schipper wel degelijk Engels verstaat want hij verstomt subiet. De plek waar ik Karavanserai nu aan de overzijde van de haven afmeer geeft feitelijk een nog mooier uitzicht op de historische panden rond het havenbekken en na de boodschappen gedaan te hebben zit ik nog de hele avond in de kuip te genieten van deze historische aanblik.

Vieux Bassin – a (boat)room with a view

7 gedachten over “6 – vraag een Nederlander hoe zijn vakantie was en hij begint over het weer”

  1. Sjaak van Geest

    Hoi Marcel,
    Super leuk om je verslagen te lezen.
    Ik begrijp volkomen dat je voor een hele degelijke stuurman (automaat) hebt gekozen, daarom ben ik ook zeer vereerd dat ik deze reis met je mee mag maken.?
    Nog veel plezier en een zeer behouden vaart
    Groeten van Sjaak

  2. Hoi Marcel,
    Ik reageer nu pas omdat ik je gisteren gevonden heb en de verslagen in 1x heb gelezen.
    Mooie reis ben je mee bezig, ik ga je volgen ben benieuwd naar het vervolg.
    Sinds kort ben ik in het gelukkige bezit van hetzelfde schip als waar jij je in verplaatst (Escape van Henk, jou wel bekend). Op naar het volgende avontuur en denk erom, alleen boven water ademhalen!!

    1. Hi Bert,
      Leuk dat jij de Escape van Henk Koopmans hebt gekocht. Dat is een prachtschip waar je veel plezier aan zult gaan beleven.
      En ik spreek uit ervaring 😉
      Groeten, Marcel

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *