Van de Mittelrhein tot de Niederrhein
Donderdag 18 november
Bij het opstaan is het weer eens mistig dus van vertrekken is er voorlopig geen sprake. Toch maak ik de boot vaarklaar zodat ik als het enigszins opklaart even naar het drijvende clubhuis van deze haven kan varen want daar is de enige nog werkende kraan waarmee ik mijn voorraad drinkwater kan aanvullen want dat moet hoognodig gebeuren. Rond elven wordt het lichter en kan ik water innemen. Het is bijna half twaalf als ik, vlak achter een politieboot die hier gestationeerd ligt, de haven uit vaar.
Het is nog licht heiig maar in de loop van de dag zal blijken dat het heerlijk zonnig wordt. Eindelijk voor het eerst sinds vele dagen weer eens zon. Het voelt dan buiten in de kuip meteen een stuk prettiger.
Op de Rijn is het redelijk rustig en ik heb geruime tijd vrij baan en kan ik helemaal los gaan om alle prachtige kastelen en ruïnes te fotograferen. Ongelofelijk, om elke bocht staat er weer een ander kasteel op de helling. En dan te bedenken dat de kasteelheren in vroeger tijden veelal tol eisten voordat je mocht verder varen. Gezien de enorme hoeveelheid van deze burchten zou je helemaal kaal geplukt op je bestemming aankomen en dat alles met het credo; “Sorry schipper, leuker kunnen wij het niet maken, voor ons wel zo gemakkelijk.”
De omgeving is werkelijk fabelachtig mooi. Ik begrijp nu waarom sommige mensen weg zijn van een Rijn-cruise. Je bent op het water als het ware ondergedompeld in deze mooie omgeving. Het is ook niet voor niets dat het hele gebied van de Mittelrhein is aangewezen als een Wereld Cultuurerfgoed, volkomen terecht.
Het valt mij wel op dat ik van veel schepen wanneer ik de naam op de boeg lees mij die schepen nog weet te herinneren en zodoende ook de nationaliteit al weet. De reden is simpel want die vrachtboten varen vaak dag en nacht door en zijn nu weer op de terugweg de Rijn op. Ze zullen absoluut niet allemaal naar Rotterdam gevaren zijn maar het is diep van binnen wel een beetje teleurstellend gevoel als ik een paar boten voor de derde keer zie langs komen.
Ik had gisteren tijdens mijn fietsdagje al gemerkt dat de spoorbaan druk gebruikt werd. Maar nu vanaf de boot zie ik pas echt hoe intensief de rails worden bereden. Werkelijk de ene trein volgt vrijwel direct op de andere. Dit is de ultieme natte droom van de gemiddelde forens in de Randstad. Op een gegeven moment zie ik, zover ik kan kijken, de hele oever vol staan met wachtende treinen. Ergens achter mij heeft er ongetwijfeld één een rood sein gekregen waardoor als een domino-effect het hele treinverkeer stilvalt. Met nog geen kilometer tussenruimte staan er vele goederentreinen …. te staan.
Maar ik moet opletten want ik nader de riviercentrale Oberwesel, het zenuwcentrum van het scheepvaartverkeer in het voor mij liggende traject. Met ergens halverwege dat traject de beroemde rots, de Loreley waarvan boze tongen beweren dat er boven op de rots een zingende sirene zou huizen. Zij zorgt er met haar schoonheid en mooie gezang voor dat schepen vergaan. Nu ben ik al vele jaren getrouwd met mijn eigen nimf en sta te boek als monogaam en bovendien klinkt er uit de twee speakers in mijn kuip altijd al heerlijke muziek dus ik kan je nu al vertellen dat ik zonder verleid te worden en daarom zonder kleerscheuren langs deze rots zal varen.
Het vaarwater wat langs deze rots loopt slingert zich een weg tussen de kliffen door. De rivierbedding bestaat uit knetterharde rots waar in recente tijden met explosieven een vaargeul in gemaakt is. Die geul ziet er eigenlijk uit als een soort overmaatse schoenendoos met rechte wanden en een min of meer vlakke bodem. Direct naast de geul is het ondiep en de boeien die er liggen zijn ongeveer een meter of vijf naast de geul op de ondiepe bodem verankerd. Het is dus vooral zaak om in deze geul te blijven hoewel de stroming, die rond de vele rotsen naast de geul kolkt, je boot probeert mee te zuigen. Hoe kleiner de boot, hoe meer je moet corrigeren. Er is zelfs een bocht bij waar de stroom zo hard loopt dat je onherroepelijk naar de buitenbocht wordt gedrukt als je even te laat stuurt. Het verkeer wordt mondjesmaat de kloof in gedirigeerd en zo wordt geprobeerd te voorkomen dat schepen elkaar op smalle of anderszins moeilijke plekken gaan tegenkomen.
Ik heb mij bij de verkeerscentrale aangemeld en krijg vrij baan, achter mij vaart al een tijdje een Nederlandse vrachtvaarder de Componist met als thuishaven Nigtevecht. Wanneer ik de laatste bocht voor de Loreley-rots nader zet ik de motor in zijn vrij en laat mij drijven zodat de Componist mij hier kan passeren en dan de ruimte heeft om uit te zwaaien in de bochten want die grote bak constant voor mij laten afremmen vind ik niet juist. Bovendien heb ik hem, in dit in overzichtelijke en smalle water, liever voor dan achter mij. Zodra hij mij voorbij is gaat de deur van de stuurhut open en stapt de schipper naar buiten (hij kan blijkbaar wel zijn roer loslaten) en roept mij toe terwijl hij zijn duim opsteekt; “Bedankt hè, grote klasse!” Stiekem glunder ik een beetje.
Het is nog net geen kwart voor twee als ik na vandaag slechts tweeëndertig kilometer gevaren te hebben mijn boot al weer afmeer in de Funboat Marina van het gehucht St. Goar aan de linkeroever van de rivier. Mooi op tijd om nog even de omgeving te verkennen. Volgens de havenmeester van Rüdesheim zou het kasteel hier op de berghelling recht boven mijn boot absoluut de moeite van de beklimming waard zijn.
En dus gaat de rugzak om, drinken en camera erin, een zaklantaarn mee voor als het laat wordt en hop de berg op. Nou hop… dat viel even zwaar tegen en dat terwijl Yvonne en ik elk jaar met de herfstvakantie een week in de Zwitserse bergen gaan rondsjouwen. Hijgend en puffend kom ik boven. Fijn dat ze de route via het geiten pad ook bewegwijzerd hebben (niet dus) maar na een paar keer verkeerd te zijn gelopen ben ik bij de kasteelruïne en man wat een uitzicht heb je hiervandaan. Die havenmeester heeft niet overdreven. Alleen jammer dat ik niet in de ruïne kon komen. Die is alleen telkens een uurtje open om elf, één en drie uur en ik kom hier boven aan om kwart voor vier.
Als ik genoeg heb rondgekeken neem ik een andere route naar beneden, ik loop bovenlangs het dorpje St.Goar naar het zuiden in de richting van de Loreley-rots. Ver voorbij het dorp daal ik af naar de rivier en loop langs de oever weer terug, koop bij een Imbiss een Pommes en eet die aan de waterkant op mijn gemak op. Ik wordt aangesproken door een jonge vrouw die met twee ouderen daar loopt te wandelen, zij blijken op het woonbootje in de haven te wonen direct links naast mijn boot. Zij heeft mij vanmiddag zien aanmeren en herkent mij nu. Zij vinden mijn tocht maar een gewaagde onderneming zo alleen en dan nog wel langs de Loreley, dat is vragen om problemen. Zelfs als ik haar vertel dat ik om de Loreley te kunnen bereiken al ruim 3.700 kilometer solo heb gevaren overtuigt het haar niet. Jammer dan, ik ben er heelhuids langs gekomen en voel mij er goed bij.
Vrijdag 19 november
Just another day at the office. Ik gooi weer eens rond half tien los en vaar verder stroomafwaarts. Het weer is omgeslagen en in plaats van het heerlijke zonnetje van gisteren is het vandaag egaal bewolkt en staat er een gure westenwind. Maar ja, het is herfst hè.
Ik zit alleen opgescheept met een raadsel. Vanochtend zag ik op de kuipvloer een puntgaaf rvs borgringetje liggen waarvan ik geen idee heb waar dat vandaan is gekomen. Je zou zeggen van boven de kuip. Maar de ringetjes die in de mast worden gebruikt om iets te borgen zijn alle van een 18 mm doorsnede en de vondeling heeft slechts een doornede van 10 mm. Hoe ik ook zoek, ik kan niet vinden waar dit ringetje gemonteerd heeft gezeten. Heel onbevredigend.
Om precies twaalf uur vaar ik het centrum van Koblenz binnen en alsof het zo moest zijn, bij wijze van welkom, beginnen er tientallen kerkklokken te luiden. Grappig om al die verschillende tonen tegelijk te horen van grote of kleinere klokken, sommige dreunen door het rivierdal andere kleppen zachtjes maar duidelijk dat het twaalf uur is.
In Koblenz stroomt de Moezel in de Rijn, die splitsing heet de Deutsches Eck en er is daar in 1897 een gigantisch ruiterstandbeeld van Kaiser Wilhelm I neergezet om hem, maar meer nog de Duitse eenwording te eren. Tot 1867 bestond Duitsland namelijk uit vele tientallen graafschappen, hertogdommen en koninkrijkjes. Het was Koning Wilhelm I van Pruisen die samen met zijn Kanselier Otto von Bismarck uiteindelijk al die ministaatjes op de schop gooide en tot één Duitsland smeedde.
Het is bijna kwart voor twee als mij een tankschip tegemoet vaart, op de boeg lees ik RPG Stuttgart, verhip die boot heb ik eerder gezien, die naam ken ik en volgens mij komt hij uit Basel. Inderdaad op de kont staat Basel, als ik het stuurhuis passeer zwaai ik naar de schipper, hij zwaait achteloos terug maar dan springt hij op, gooit de kajuitdeur open en roept; “Hoe gaat het, alles goed? Nog steeds onderweg? Hey, nogmaals bedankt hè!” Inderdaad het is dezelfde tanker waarvoor ik een week geleden in een sluis zijn verspeelde drijfhout heb opgevist en weer heb teruggeven aan hun matroos.
Dertig kilometer ten noorden van Koblenz ligt het dorpje Remagen. Daar stond tot in 1945 de beroemde Brug van Remagen, het was toen de laatste nog intact zijnde brug over de Rijn en van cruciaal belang voor de opmars van de Amerikaanse troepen.
Op 7 maart 1945 slaagde een kleine voorhoede van de 9e Amerikaanse Pantserdivisie er in om de brug te veroveren. In de daarop volgende tien dagen trokken 40.000 Amerikaanse soldaten over de brug ondanks de zware Duitse bombardementen. Het zijn niet de Duitse explosieven die de brug vernietigen maat feitelijk iets simpels als overbelasting waardoor de brug op 17 maart 1945 instortte.
Het is al vier uur als ik Bonn binnen vaar en daarmee nog maar een kilometer of negen naar mijn overnachtingsplek voor vandaag, een kom naast de rivier met daarin drie haventjes. Ik meer dan ook om kwart voor vijf af aan de steiger van de Motor Yacht Club Mondorf. Vandaag heb ik 103 kilometer afgelegd waarvan grofweg een derde voor rekening van de snelstromende rivier komt.
Goede morgen Marcel,
Wat een reisverhalen allemaal. Heel leuk te volgen. Dit deel is super leuk. Wij hebben afgelopen september de Rheinsteig weten te volbrengen. Wandeling van Bonn naar Wiesbaden. Alleen deden wij daar in etappes 6 jaar over. Maar wij liepen dan ook wel stroom op?. Al die kastelen die jij vanaf het water zag, liepen wij langs. En dan die uitzichten op de Rijn. Vaak in die treinen gezeten om weer terug te keren naar de auto, hotel of camping. Net wat je vertelt. Een heel mooi gebied, met prachtige dorpjes. Waar je ook heerlijk kunt eten. Hele prettige verdere terugreis. Ik hoop dat het weer zich een beetje gedraagd. Niet zoals hier nu. Waterkoud en uren regen. Tot ziens.
Groetjes Henny.
Hi Henny,
Ik heb regelmatig met enige jaloezie naar de vele wandelpaden gekeken.
De ene reis heb je nog niet volbracht of een andere begint in je hoofd al weer vorm te krijgen.
Het weer valt, los van de lage temperatuur, eigenlijk heel erg mee dus dat zal wel goed komen.
Groetjes, Marcel