24 – het laatste stukje tot de Middellandse Zee

Van Sète naar Port St. Louis du Rhône              – Deel 2 van 2

Zaterdag 9 oktober

Na drie hectische weken in Wormer ben ik sinds gisterenavond weer aan boord van de Karavanserai. Wij hebben samen voor Zwaantje een mooie uitvaart in elkaar gezet en die naderhand met een uitgebreid diner afgesloten met alle kinderen en klein- en achterkleinkinderen. Dit zijn toch de momenten dat je iedereen weer eens ziet, zoals Damien treffend zei: “Met rouwen en trouwen”.

Daarna diende de zakelijke kant zich aan, haar huurhuis leeghalen en weer opleveren aan de woningbouwvereniging. Wel een beetje wrang, het doet zelfs pijn, er gaat dan een heel leven door je handen. Yvonne en ik zijn het laatste weekend, bij wijze van afleiding en vooral gezelligheid, nog even naar Zeeland gereden om de zestigste verjaardag te vieren van Hans, mijn vroegere buurjongen die ik al zijn hele leven ken. Het blijft fijn om oude vrienden met zekere regelmaat te kunnen zien.

Een heerlijk weekend er tussenuit geweest bij vrienden in het mooie Zeeuwse

Even in volle lengte opstaan voor een kleine stewardess en je krijgt een zitplaats bij de nooduitgang, het voordeel van lange benen

En nu zit ik dan weer in Frankrijk op een overheerlijke zonnige dag in de kuip van mijn boot met een dubbel gevoel mijn plannen te overdenken.

Ik ben futloos en nu ik zit voel ik dat ik eigenlijk bekaf ben. In het vliegtuig heb ik de hele vlucht al geslapen evenals in de taxi van de luchthaven naar de boot. Nu in de kuip zit ik ook al weer te doezelen. Ik besluit hier in ieder geval nog twee nachten te blijven liggen. Tenslotte is de havenmeester pas maandag weer aanwezig dus eerder afrekenen is toch niet mogelijk.

Om toch iets van beweging te hebben besluit ik Saint Gilles te gaan verkennen, ik heb toch ook nog twee nieuwe knoopcel batterijen nodig voor een klokje op het instrumentenpaneel. Ik slenter de stad in en zie dat de terrasjes al bevolkt worden door mannen die op dit vroege uur in de ochtend al aan de pastis zitten, waarschijnlijk onder het mom van ”er is altijd wel èrgens een vijf in de klok”.

Ik stap een Tabac binnen en vraag de man achter de verkoopbalie of hij batterijen verkoopt. Zijn antwoord: “Nee”. “Wie kan ik dan helpen?” Zo, is die man even een partij chagrijnig en kortaf. Zeker thuis ruzie gehad voor hij naar zijn winkel ging. Ach vent, zoek het uit.

Even later stap ik een telefoonshop binnen, eens zien of zij soms batterijen hebben. Een jongen van een jaar of zestien zit aan een telefoon te sleutelen. Kan ik u helpen? Ja, ik zoek twee van deze batterijen, zeg ik terwijl ik hem een lege knoopcel overhandig. Uhum, ja eh, waar is het voor? Voor een digitaal klokje. Een klokje?! Hum, ja weet u, het is belangrijk dat ik dat weet, want niet elke batterij is overal voor geschikt. (Nou wist ik dat wel, maar zijn vraag ervaar ik als zeer attent.) Nou doet u mij dan maar twee van dit type. Sorry mijnheer, wij verkopen geen batterijen. Huh?? Enigszins verbouwereerd stap ik de straat weer op. Wat is mij nu zojuist overkomen?

Enige tijd later vind ik een andere Tabac, de dame achter de toonbank past mijn batterijtje in een mal en levert meteen twee juiste cellen. Zij kosten samen weliswaar meer dan het hele klokje gekost heeft maar nu kan ik tenminste weer van ver en in een oogopslag de tijd aflezen.

Ik slenter nog geruime tijd door het oude stadshart en kom onder meer langs een origineel Romeins huis, de abdij nog gesticht door de naamgever van het stadje en een oude stadspoort met een prachtig valhek. Daarna houd ik het voor gezien en ga terug naar mijn drijvende woning.

Een oorspronkelijk Romeins huis, nu in gebruik als museum maar helaas gesloten

De abdij annex klooster van Sint-Gillis. Opgericht door Saint Gilles himself, het gebouw maakt onderdeel uit van de werelderfgoedlocaties van de routes van Santiago de Compostella

Een oude stadspoort in St.Gilles met het nog volledig in tact zijnde originele valhek

Maandag 11 oktober

Vandaag word ik, net als gisteren pas tegen tienen wakker. Eerst maar even de havenmeester betalen in het kader van “wie zijn schulden betaalt verarmt niet” en dan kan ik om half elf losgooien en de reis naar het zuiden voortzetten. Een uurtje later ben ik bij de sluis die toegang geeft tot de Petit Rhône waarover ik uiteindelijk op de Rhône zelf zal uitkomen. Ik heb via de marifoon de sluismeester opgeroepen en als de deuren zich openen zet ik de motor weer in zijn vooruit. Er gebeurt niets. Achteruit proberen, daarmee heb ik heel weinig grip op de schroef, nogmaals vooruit en ja, de schroef krijgt een beetje grip op het water en met een heel matige gang schuif ik de sluis binnen. Tijdens het schutten bestudeer ik de waterkaart, waar kan ik afmeren om de storing op te zoeken. De enige plek is pal na de sluis aan bakboord, daar is een betonnen dam waaraan ik mogelijk kan afmeren.

Zo gezegd zo gedaan, er zit in die hele wand slechts één stuk uitstekend betonijzer waaraan ik de middenbolder van de boot kan vastknopen.

Daarna duik ik het motorluik in. Foute boel, een L-vormige beugel die de buitenkabel van de keerkoppeling op zijn plaats houdt is in de hoek doorgebroken. Ik demonteer de beugel en besluit naar de sluismeester te lopen om te informeren of en zo ja waar hier in de buurt een lasser zit.

Probleem, die betonnen muur naast mij is ruim drie meter boven het dek en daarmee veel te hoog om er even op te stappen. Ik besluit een lijn tot lasso te knopen en slinger die om het VHF-bord. Nu kan ik de kont van het schip strak naar de muur trekken. De loopplank knoop ik stevig vast op het houten frame achterop het schip waarop de mast ligt en dan kan ik als een soort Spiderman tegen de muur opklauteren. Getver, dit is absoluut niet mijn favoriete hobby.

Eenmaal bij de sluismeester, hoog in zijn controlepost, blijkt er in de verste verte geen lasser of metaalbedrijf te zijn. Maar, hij is de beroerdste niet te zijn en belt een collega met het motto “als iemand het kan is hij het”. De collega zegt toe na zijn lunch langs te komen en inderdaad na een uurtje komt hij aangereden. Hij opent een loodsdeur in één van de aanpalende gebouwen en onthult een volledig geoutilleerde werkplaats. Na mijn uitleg hoe ik de twee delen aan elkaar wil hebben gaat hij voortvarend aan de slag en binnen twintig minuten is de klus geklaard. Ik geef beide mannen een tip die ze eerst afslaan maar na mijn toevoeging dat ze dat maar moeten besteden aan bier, pastis of wijn nemen ze het graag aan.

Eenmaal terug aan boord merk ik tijdens het monteren van de beugel dat er schoon water onder de motor staat. Waar komt dat dan weer vandaan? Er blijkt ook water onder de vlonder in de natte cel te staan. Nou dat zien we later wel, ik sluit alle boordkranen en de schakel de drinkwaterpomp uit, zo dan kan er in ieder geval niet meer water bij komen.

Even na zessen vaar ik de Petit Rhône af en draai ik stuurboord uit de Rhône op, koers richting Arles de eindbestemming voor vandaag. Als ik twintig minuten later aan bakboord een vaarweg indraai die leidt naar de sluis van Arles loop ik direct vast op een enorme modderbank. De hele invaart blijkt verzand te zijn. Ik zet de motor in zijn achteruit en weet de kiel weer uit de modder los te krijgen maar tegelijkertijd krijgt de stroom grip op de romp en zet de boot meedogenloos opzij richting een betonnen keerwal. Nu is het zaak het hoofd erbij te houden, ik geef meer gas en laat de boot zo lang mogelijk met de stroom meevoeren totdat ik voldoende grip met het roer heb en achteruit de Rhône weer kan opdraaien. Pff, dat ging maar net goed. Het enige alternatief om de nacht door te brengen is afmeren aan de overzijde van de Rhône langszij een sloopschip. Naast dat schip ligt een splijtbak, dat is een boot om zand en grind mee te vervoeren. Om te lossen splijt het schip over de lengte in tweeën zodat de lading door de ontstane opening gelost wordt en naar de bodem van het water zakt. Net voor die splijtbak is een plekje vrij waar ik in uit de wind tegen het sloopschip kan afmeren. Het wordt een onrustige nacht hobbelend op de steeds hoger wordende golven van de Rhône.

Ik ben een carrière als acrobaat bij Circus Renz misgelopen, alleen via deze wankele constructie kon ik op de betonnen dam klimmen om vervolgens op de sluis te komen

De Pont de Forgues, de laatste overspanning over de Petit Rhône alvorens ik de Grande Rhône opdraai

Mijn ligplaats voor vannacht, langszij een afgedankte vrachtboot in de Rhône

Dinsdag 12 oktober

Om kwart over negen in de ochtend klim ik vanaf mijn boot in het gangboord van het sloopschip. De boeg van dat schip ligt tegen een dukdalf waartegen een metalen trappenhuis is gebouwd zodat schepelingen via die trap en een loopbrug aan wal kunnen komen. Echter het schip ligt te ver naar achteren en daardoor is de boeg met zijn ronding nu ongeveer twee meter van die trap af. Met behulp van één van mijn eigen lijnen maak ik een soort van zwevende trapleuning tussen de meerpaal / trappenhuis en de sloopboot. Nu komt het erop aan om op het juiste moment de sprong te wagen want de boeg beweegt door de golfslag op de Rhône telkens van en naar de meerpaal en mijn lijn zal direct knappen als die strak komt te staan. Maar wil ik veilig over die tussenruimte komen dan moet hij juist strak staan.

Na een aantal minuten het ritme van de boot bestudeerd te hebben waag ik de gok en spring, mij ondertussen met één hand vasthoudend aan de lijn die ik boven mij tussen wal en schip gespannen heb. Het lukt, snel trek ik de slipsteek los en haal mijn lijn terug, tros hem op en knoop hem vast aan de meerpaal uit het zicht vanaf de wallekant. Zo en nu op pad, de stad in want er is hier heel veel te zien.

Ik bezoek de Romeinse Arena (goed voor 25.000 toeschouwers), een kleinere versie van en in dezelfde stijl gebouwd als het Colosseum in Rome waar (de naam zegt het al) ruim 50.000 man in kon. Ook bekijk ik het Romeinse Theater en…. de Pont de Langlois, ook wel bekend als het bruggetje van Vincent van Gogh.

Na mijn omzwervingen door de stad doe ik op de terugweg nog even wat boodschappen en bereid mij al lopend psychisch voor op nieuwe halsbrekende toeren om weer aan boord te komen.

Het kan hier in Arles goed warm worden, het asfalt “stroomt” bijna van het gewelfde brugdek af
De Romeinse arena in hartje Arles A.D. 90 na Christus
Uit dezelfde periode, het Romeinse theater op een boogscheut vanaf de arena

Een restaurantje zoals je ze alleen in Frankrijk tegenkomt

Arles maart 1888, ene Vincent van Gogh raakt door deze brug enorm geïnspireerd

Arles oktober 2021, dezelfde brug anno nu, zoek de zeven verschillen

Rond twee uur is de lunch verorberd en gooi ik wederom los en zet koers naar Port Saint Louis du Rhône waarvandaan ik direct toegang zal hebben tot de Middellandse Zee.

Qua verkeer is het erg rustig, ik kom op deze 30 kilometer slechts vier tegemoetkomende vrachtschepen tegen.

Ik ben nog maar een goed uur onderweg als ik een Canadair blusvliegtuig laag zie overkomen en dat een landing lijkt in te zetten en vervolgens achter de bomen verdwijnt. Binnen een paar minuten komt hij achter de bocht van de Rhône weer tevoorschijn als hij na al vliegend water te hebben geschept direct weer opstijgt op weg naar een bosbrand om daarop zijn vloeibare lading te droppen. Grappig, in mijn vorige blog heb ik beschreven hoe ik 40 jaar geleden bij La Grande Motte voor het eerst deze vliegtuigen in actie heb gezien en nu komt er eentje nota bene een paar honderd meter voor mijn boeg even een lading bluswater scheppen.

Het is overigens wel opletten in dit vaarwater want er drijft her en der allerlei wrakhout voorbij in de vorm van sloophout, twijgen, takkenbossen en zelfs complete bomen.

Gedurende de tocht neemt de wind steeds meer toe tot een 20 à 25 knopen met af en toe een uitschieter naar 30 knopen. Met die wind van achteren en ruim een knoop stroom mee gaat het anders wel lekker vlot en rond half zes kan ik afmeren voor de sluis die toegang geeft tot het bassin van Port Saint Louis du Rhône.

Ik moet vanwege de avondspits tot half zeven wachten voordat de sluis draait. Als het licht op groen gaat gooi ik los en geef gas. Nee hè, verdorie weer geen druk op de schroef! Die gelaste beugel zal toch niet opnieuw gebroken zijn? Gelukkig na wat rommelen met de gashendel krijgt de schroef nog een heel klein beetje grip op het water, maar omdat het intussen snoeihard waait is de boot 180 graden gedraaid, met als gevolg dat ik met een slakkengangetje achteruit de sluis in sukkel. Als ik heb vastgemaakt meld ik over de marifoon dat ik motorproblemen heb en duik wederom het motorruim in. Gelukkig, de gelaste beugel ziet er nog steeds piekfijn uit. Dan moet er iets anders aan de hand zijn. Ik meld dat het schutten in gang gezet kan worden maar daar wil de sluismeester niet van horen en verzoekt mij de sluis weer uit te varen de Rhône op. Dit weiger ik pertinent en verzoek hem mij te schutten zodat ik in het enigszins beschutte bassin het technisch probleem te lijf kan gaan. Schoorvoetend en sputterend geeft hij gehoor aan mijn verzoek. Bij het uitvaren krijg ik via de radio wel de sneer “speed up”, maar ja, hoe doe je dat met een schroef die nauwelijks grip heeft en de wind die pal tegen staat?

Ik vind het mooi voor vandaag, ik lig veilig afgemeerd aan de kade en hoewel de boot wild ligt te stuiteren besluit ik dat het probleem met de motor er morgen ongetwijfeld nog wel zal zijn.

’s Avonds giert de wind om de boot en het wordt zelfs zo onaangenaam fris in de kajuit dat ik besluit de kachel aan te zetten. Het verbaast mij dat ik de kachel hoger moet zetten omdat ik het nog steeds koud heb. Het helpt niet veel, ik zet de kachel uit en besluit naar bed te gaan, ik zal het wel koud hebben door mijn nog steeds aanwezige vermoeidheid. Als ik de deur naar de achterkajuit open slaat de warmte mij tegemoet. Hoe kan dit, er zit niet eens een uitstroomopening van de kachel in deze kajuit? Grrr, ik ben niet bijgelovig, het is nu geen vrijdag en morgen pas de dertiende. Maar waarom gaat alles opeens defect?

Een Canadair blusvliegtuig heeft “vlak voor de boot” net bluswater opgeschept uit de Rhône

Een eind verderop staat op de oever een bord dat aangeeft dat hier blusvliegtuigen kunnen worden verwacht

Er drijft de nodige rommel met het water mee, deze boom gaat gelukkig net buiten de vaargeul

De straffe koude noordenwind begint flink aan te trekken, de golven op de Rhône lopen mij nu steeds vaker voorbij

Aan stuurboord liggen kilometers lang zoutpannen waarvandaan het gewonnen zout meteen op schepen wordt overgeslagen

Woensdag 13 oktober

Het is een gebroken nacht geweest. De straffe wind van gisterenavond is uitgegroeid tot een volwassen Mistral, dat verklaart ook meteen waarom het gisterenavond zo koud werd. Die noordenwind is snijdend. De opgezweepte golven klapten zo hard met een enorme dreun tegen de spiegel dat het af en toe leek alsof er spoorbielzen tegen de romp werden gesmeten. Maar een nieuwe dag gloort met nieuwe kansen.

In het motorruim kan ik niets ontdekken wat de oorzaak zou kunnen verklaren. Als ik er goed over nadenk voelde het gisterenavond alsof de klapschroef niet helemaal open was gekomen. Ik pak mijn GoPro er bij en bind die in zijn waterdichte behuizing vast aan de steel van de hook-and-moor. Dan steek ik die ter hoogte van de saildrive onder water en draai de steel rustig zodanig dat de camera kan filmen van schuin naar achteren tot schuin naar voor. Als ik de camera weer boven water heb en de beelden bekijk is de oorzaak duidelijk, er zit zowat een hele touwslagerij om de schroef gewikkeld en die is inderdaad amper half opengeklapt.

Mooi dat scheelt het nodige zoekwerk. Ik kijk op de instrumenten, de watertemperatuur is 15 graden en dat is een probleem. De boot ligt nog steeds te bokken in de harde wind. Ik heb wel een duikmasker en scherpe messen aan boord maar geen wetsuit dus in deze lage watertemperatuur kan ik mijzelf niet lang warm houden. Daarbij duiken als je alleen bent onder een wild bewegende boot is niet echt verstandig. Als de boot mij hard op mijn hoofd raakt of ik raak bevangen door de kou is het einde Kappie Kok. Ik besluit naar het havenkantoor van de marina aan de overzijde van het bassin te lopen, er zal in dit stadje vast een duiker werkzaam zijn.

Inderdaad krijg ik in de capitainerie het telefoonnummer van de lokale duiker en deze zegt toe om direct na de lunch rond twee uur langs te komen want morgen en overmorgen heeft hij geen gelegenheid. Om 13:50 uur staat hij op de kade, duikt onder de boot en is vervolgens bijna een half uur bezig voor hij alle lijnen rond de schroef heeft losgesneden. Dat had ik in mijn blote bast bij deze temperatuur nooit zo lang volgehouden dus hij is die € 125,00 meer dan waard.

Als de duiker weer vertrokken is start ik de motor en vaar naar de marina waar ik vanochtend meteen een box gereserveerd heb. Ik moest weliswaar de havenmeester bellen als ik zou aanvaren maar ach, het is pal tegen de wind en hoe moeilijk kan het afmeren hier zijn, ik lig dan ook in no-time vastgemaakt.

Als ik met mijn scheepspapieren over de steiger loop op weg naar de capitainerie kom ik de havenmeester tegen die verbaast is dat ik, nota bene in mijn uppie, al ben afgemeerd. Hij vertelt dat het in deze haven gewoon is dat iedere boot door een rib uit zijn box wordt gesleept en ook in de box wordt geduwd. Jammer dan, ik vind dat dit niet voor mij geldt.

Maar wat belangrijker is….. ik lig op zout, het zoute water van de Middellandse Zee klotst rondom de romp van de Karavanserai. Ik ben dáár waar ik wilde zijn, op en in de Med.

In de loop van de middag bespreek ik mijn zeilplannen met de havenmeester en ga ook bij enkele beroepsvissers te rade in de visserijhaven een paar kilometer verderop hier aan de Côte d`Azur, je kunt maar beter goed voorbereid zijn, de Middellandse Zee lokt!

Donderdag 14 oktober

Vandaag wordt een klusjesdag. Ik ga op zoek naar de oorzaak waarom de kachel wel de achterhut verwarmt (wat helemaal niet hoort) en niet de salon en de natte cel zoals de bedoeling is. En ik moet uitzoeken wat de oorzaak is dat het drinkwater onder motor kan komen.

Ik speur alle slangklemmen, aftakkingen en aansluitingen van het drinkwatersysteem na maar kan nergens een lekkage vinden. Wel ontdek ik dat het water via de bakskist in de natte cel en in de motorruimte is gekomen. Maar waar komt het dan vandaan? Beide bakskisten gaan leeg zodat ik mijn lange lijf erin kan wurmen. Op dit soort momenten ben ik blij dat ik hierin jaren terug een perfect heldere verlichting heb gemonteerd. Ik check de dekwaspomp die blijkt niet te lekken en datzelfde geldt voor de waterleiding waarmee op het voordek het anker wordt schoongespoten. Dan valt mijn oog op nog een leiding, die leidt naar de buitendouche op het achterdek. Als ik de stopkraan in de leiding aanraak begint het ding meteen te lekken. Er blijkt een slangtule gescheurd te zijn en te oordelen naar de hoeveelheid vocht is dat meerdere dagen geleden al ontstaan. Mooi, kraan loshalen, gescheurd onderdeel eruit draaien en een nieuwe tule erin draaien. Nog steeds lek. De boel weer demonteren, en eerst teflontape op de tule draaien en dan opnieuw monteren. Problem solved!

In mijn rondgang door de bakskist kom ik achter bij de spiegel ook de oorzaak van het kachelprobleem op het spoor. De slang voor de warme lucht, die direct op de Webasto kachel is gemonteerd, is volkomen gaar en losgebroken. Aangezien de ruimte onder het achterdek middels een rooster in verbinding staat met de achterkajuit is het hiermee ook verklaard dat alle warmte die door de kachel werd uitgeblazen nu ook in de achterkajuit kon komen. Maar waar vind ik een nieuwe kachelslang? Na wat speurwerk blijken er in Port Napoleon drie tagrijns te zitten. Hup de wandelschoenen aan en op pad. Na 11 kilometer gelopen te hebben en drie tagrijns en een bouwmarkt te hebben bezocht…. geen kachelslang. Op zich is dat niet direct een urgent probleem dus ik zet het onderdeel op mijn verlanglijstje voor een volgende tagrijn.

Tijdens mijn wandeling van tagrijn naar tagrijn kom ik aan de rand van dit “industriegebied” een hydrant tegen die in erbarmelijke staat verkeert. Ik verbaas mij dat het ding daar zo staat, zou er nu echt iemand zijn die hiervan nog het belang inziet of is dit weer een staaltje van “de Franse slag”?

Met de filmcamera wordt de oorzaak van te weinig vermogen op de schroef duidelijk zichtbaar

Na 25 minuten prutsen en snijden rond de scheepsschroef komt de duiker met een kluwen lijn boven water

Heb ik toch maar mooi meegeholpen om een beetje “plastic soup” op te ruimen

De Golfe de Fos, aan de voet van die meest rechtse berg licht Marseille. De Mediterranée ligt voor mij open.

Veertien oktober en in Port Napoleon staat bijna alles hier voor de winter al weer op de kant. Weten zij iets dat ik niet weet?

Nog even een nieuwe gastank aansluiten en dan kan de catamaran weer te water. Oeps.

De Franse slag. Ik betwijfel of je in geval van brand veel van deze hydrant kan verwachten

De Franse slag? Nou daar heb ik nog een “paar” voorbeelden van……..

Wat zegt u, een telefoonstoring bij u in de wijk? Nee, daar is ons niets van bekend.

Hoezo, uw internet doet het niet?

Zit je afvoer een beetje verstopt, slopen ze meteen de halve buitenmuur om een Gordiaanse knop van PVC te maken

Geachte klant; zoals afgesproken hebben wij uw boot op onze helling getrokken. Wij hebben er meteen voor gezorgd dat regenwater voortaan volledig automatisch van het dek af stroomt.

10 gedachten over “24 – het laatste stukje tot de Middellandse Zee”

  1. Oh, Marcel, wat een avonturen weer! Je bent wel een enorme inventieve doorzetter. En die foto’s zijn echt geweldig! Heel veel plezier op de Méditerranée, waar je inmiddels al weer een poosje vertoeft.

    1. Hi lieve Yole,
      Dank je wel voor de complimenten maar ik voel mij geen fotograaf.
      Het zijn volgens mij toch echt de standaard vakantiekiekjes.
      Maar ik zal mijn best doen.
      Groetjes, Marcel

  2. Beste Marcel en Yvonne,

    Alsnog gecondoleerd met jullie moeder en schoonmoeder!
    Wens jullie veel sterkte met het verwerken van dit grote verlies.
    En Marcel, geniet van je mooie en spannende verhalen, succes en veel plezier verder nog!
    Hartelijke groeten
    Edgard

  3. Peter van leening

    Hej Marcellus gigantus ( vrij naar Goscinny/ Uderzo ) mooi verhaal, prachtige foto’s en ik ben t met Yole eens, ouwe doorzetter! hier is de bikkelweek niks bij vergeleken… en nu maar zout proeven, heerlijk (vies) maar mooi wel gehaald! groet vanaf de Bornia

  4. Jeetje Marcel, wat een verhalen en hilarische illustraties. On-ge-loof-lijk!
    Maar heerlijk dat je het met je Hollandse Nuchterheid gadeslaat en ondergaat.
    ‘Voor elk probleem is een oplossing.’
    Nu eerst maar weer een poosje op het ruimere sop met genoeg water onder je boeg. En Rust?
    Groetjes Trees

  5. Ha Marcel, wat prachtig schrijf je toch. Je verhalen illustreren zo mooi dat een reis met een zeilboot een aaneenschakeling is van problemen die om inventieve oplossingen vragen. Respect voor de tomeloze energie en het optimisme waarmee jij ze te lijf gaat. Chapeau!

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *