Van Bordeaux naar Toulouse – Deel 2 van 2
Zondag 15 augustus
Zoals gezegd na mijn espresso verslaving bevredigd te hebben meer ik na een paar uur varen de boot rond het middaguur af in Valence d`Agen.
Eindelijk! Ik vaar namelijk al een paar uur achter een huurboot aan maar wat een ellende is dat. Ik kan hem wel oplopen maar dan heb ik die boot in de volgende sluis achter mij. Dat betekent dat ik, wanneer de sluis vol stroomt, de volle kracht van het water op de boeg krijg en dat probeer ik juist te omzeilen. Bovendien kent de schipper van deze huurbak maar vier instellingen; vol gas vooruit of achteruit en vol roer bakboord of stuurboord. Je begrijpt dat ik dat gestuntel liever voor mij heb dan dat ze mij achterop komen varen.
Eigenlijk is het zielig voor die mensen en te zot voor woorden. Zij huren voor ongeveer € 2.500,= per week zo een motorboot en krijgen dan nauwelijks uitleg over de werking van een boot. De verhuurder laat zien hoe je gas geeft om vooruit te komen en dat je moet remmen door achteruit te slaan. Een boot heeft tenslotte geen rem. Hij vertelt dat het sturen net zo gemakkelijk gaat als in een auto en wenst ze vervolgens veel plezier. En dat terwijl menigeen nog nooit op een pont heeft gestaan laat staan een boot heeft bestuurd en dan moeten ze zonder enige kennis van het varen meteen al die sluizen zien te nemen. Hen wordt uiteraard niet verteld dat benedenstrooms van elke sluis een spuigat in een van de oevers is aangelegd waaruit een behoorlijke dwarsstroom staat die je boot subiet uit het roer doet lopen. De huurboten die hier rondvaren zijn alle rondom ruim van stootwillen voorzien. Ik heb er niet één gezien die met minder dan tweeëntwintig van die fenders was behangen. De boten zien er dan ook uit als een oude douairière met haar eeuwige parelsnoer. Maar ja, de verzekering dekt de schade en ik vermoed dat de borgsom op zich alleen al een goed verdienmodel is.
Deze schipper heeft bij het passeren van een brug en bij het invaren van elke sluis de grootste moeite om de boot in een rechte lijn te laten varen. Hij ramt daarbij regelmatig de kademuren en een enkele keer zelfs de sluisdeur aan de andere kant van de sluis. Het geluid van de harde dreunen is dan ook niet van de lucht. Twee van de zes opvarenden staan links en rechts met bootshaken de boot weg te duwen van de dreigend naderende wallekanten en kademuren.
En als hij dan eindelijk in de sluis is afgemeerd biedt hij telkens zijn verontschuldigingen aan omdat het weer zo stuntelig ging en opnieuw lang duurde voor hij was aangemeerd. Ik heb bij hem aan boord voorgedaan hoe weinig hij het stuurrad maar hoeft te draaien en uitgelegd wat de dwarsstroom voor invloed op zijn boot heeft. Maar de man was zo gespannen dat hij de tips bij nadering van de volgende brug of sluis al weer was vergeten.
Minder leuk was dat tot twee keer toe een van zijn opvarenden de sluis al in werking zette nog voordat ik goed en wel in de sluis had vastgelegd en dat terwijl zij donders goed wisten dat ik pal achter hen ging vastmaken. Maar na twee niet mis te verstane reprimandes mijnerzijds bleven ze de verdere dag lijdzaam afwachten totdat ik hen een teken gaf dat het schutten in gang gezet kon worden.
Ik hoop dat zij, ondanks het nautisch gestuntel, toch een leuke huurperiode zullen hebben maar eigenlijk heb ik medelijden met hen omdat er zoveel stress aan boord is. Er hing nota bene een crea-bea slinger met de felicitatie bon anniversaire boven het achterdek maar van vrolijke gezichten was geen spoor te bekennen.
Maar goed ook hij meert (gelukkig) af in Valence d`Agen. Ik wil hier in dit dorp, wat nog grotendeels een dertiende eeuwse uitstraling heeft, enkele bijzondere bouwwerken bekijken en dan weer verder varen. Zo gezegd zo gedaan en als ik na anderhalf uur weer aan boord stap en vertrek blijft de huurbak nog aan de wal. Mooi die ben ik kwijt, voor deze dag zal dat de enige andere boot in het kanaal blijken te zijn.
De duiventillen in deze streek staan er als een verkapte poelierszaak. In vervlogen tijden was duivenvlees een welkome aanvulling op het menu van de gewone Fransman.
Er is nergens te achterhalen waarom deze wasplaats rond is. Maar ik vermoed dat het is om roddel en achterklap tegen te gaan. In deze opstelling zie je altijd wie er aan het praten is omdat iedereen rond de bekkens aan het werk is en elkaar aankijkt kan er dus niemand achter je rug praten. Of is dat te ver gezocht?
Het einddoel van vandaag is Castelsarrasin omdat daar de enige tagrijn zit op deze kanaalroute. Ik heb een vervangende grote bolfender nodig want een oude is lek gegaan. Dat mag ook wel want de fenders dateren uit 2003 en komen nog van onze 22-voeter dus ze zijn nu wel eens aan vervanging toe.
Maandag 16 augustus
Vanochtend eerst op weg naar de tagrijn, die blijkt aan de buitenkant van het dorp te zijn gevestigd. Zowaar hij had nog één bolfender en ook nog in het gewenste formaat op voorraad. Afrekenen was wel een dingetje. Pinnen? Nee meneer, dat doen wij hier niet. Dus weer terug naar de boot en meer cash gehaald om de man te kunnen betalen. De lokale groentevrouw kon mij helaas niet aan perssinasappelen helpen, daar was nooit vraag naar (beweerde zij).
Als ik op weg ga kom ik al snel weer het aquaduct over de rivier de Tarn tegen en even later bij het dorpje Montech weer een sluistrap, dit maal bestaande uit vijf sluizen. Bij het uitvaren van de tweede sluis gaat het mis. Het licht voor sluis drie blijft op rood staan. Geen punt denk ik, mogelijk dat er een tegenligger onderweg is hoewel ik die niet kan ontwaren. Ik meer af aan een wachtsteigertje en wacht rustig af. Na een minuut of twintig komt er een auto van de VNF voorrijden met twee dames er in, de chauffeuse vraagt mij – enigszins verontwaardigd – waarom ik daar ben afgemeerd want dat mag helemaal niet, ik houd nu de hele doorstroming op. Op mijn uitleg dat ik hier lig omdat het licht op rood blijft staan kijkt ze mij hogelijk verbaasd aan maar zegt toe voor de “depannage” zorg te dragen. En inderdaad na tien minuutjes floept het groene licht weer aan en kan ik weer verder.
Na de derde sluis in de sluistrap passeer ik de oude Pente d`eau, een soort van botenlift waarbij twee locomotieven van elk 1000 pk die naast elkaar in span gekoppeld waren een vrachtboot de helling konden opduwden. Dit stukje techniek is in 1974 gebouwd om de concurrentie met het vervoer per spoor weerstand te kunnen bieden en leverde een tijdwinst op van 45 minuten ten opzichte van de vijf sluizen. Het hoogteverschil van 13,3 meter werd over een afstand van 443 meter overbrugd met een snelheid van 4,5 kilometer per uur. Helaas had het systeem zoveel storingen en problemen dat het begin jaren negentig definitief buiten werking is gesteld en nu als een soort mini-museum is ingericht.
Het laatste deel van het traject van vandaag voert door het Forêt d`Agre, een prachtig bosgebied waar ik mij verbaas over de verschillende vogelgeluiden die je in Nederland nergens hoort. Zouden ze in het Frans tjilpen of zijn het vogelsoorten die ik niet ken? Wanneer ik bijna het bos uit ben zie ik in de verte of de oever links van mij telkens iets wits bewegen. Hangt daar een plastic zak aan de struiken? Geen idee wat ik daar zie. Totdat ik dichterbij gekomen aan der rand van het lover een hinde zie staan en telkens wanneer zij zich bukt om te grazen strekt haar huid vanaf haar kruin tot haar kont en worden daarmee ook haar staartje en spiegel strak omhoog getrokken. Niks verdwaalde plastic zak, gewoon de spiegel van dit prachtige dier. Helaas voor ik mijn camera heb kunnen scherpstellen schrikt zij van een piepje van de stuurautomaat en sprint schichtig weg naar de veilige beschutting van de bomen.
Vanmiddag eindig ik om exact 19:00 uur voor sluis 6 bij het plaatsje St-Jory. Volgens de kaart is daar een aanlegplaats in een mooie rustige landelijke omgeving. Geen idee wie deze beschrijving heeft bedacht maar het is pal naast een provinciale weg, alle grond naast het kanaal is geasfalteerd dus een landpen in de oever slaan is er niet bij. Ik krijg het voor elkaar om vast te maken aan een oude stalen damwand met vergane resten remmingwerk waaruit enorme bouten steken. Maar ik lig vast en dat is het belangrijkste. Deur dicht en muziek aan dan hoor je de autoweg tenminste niet meer.
Dinsdag 17 augustus
Het waait sinds zondagnacht en vooral gisteren pittig. De wind staat ongeveer schuin van achteren en staat zo stevig door dat het aanmeren en afvaren er niet makkelijker op wordt. Deze straffe bries is een side-effect van de Tramontane die gisteren tussen de Pyreneeën en het zuiden van het Centraal Massief doorjoeg. De Tramontane is een droge, koude en zeer sterke wind, die vanuit het noordwesten waait hier in de regio Occitanie, maar deze keer zal de Tramontane volgens de verwachtingen de Middellandse Zee opdraaien en samensmelten met de Mistral die uit het Rhônedal komt aanzetten om dan gezamenlijk op de Balearen af te stevenen en daar met hun windkracht 10 of 11 voor de nodige ellende te zorgen.
Vandaag het laatste stukje van dit kanaal met nadruk op het verkleinwoord want het is nog maar een paar uur varen tot het centrum van Toulouse. Het is tevens het onaantrekkelijkste stuk van het kanaal dat hier ingeklemd ligt tussen enerzijds de drukke spoorlijn omringd door industrie en anderzijds de A624 waar het verkeer met veel herrie voorbij raast.
We komen duidelijk dicht bij een grote stad, onder elke brug zie je de huisraad van zwervers en ook lopen er de nodige paradijsvogels. Eén van die aparte mensen valt wel bijzonder op. Hij oogt als de vriendelijke versie van Idi Amin en is net zo zwaarlijvig misschien nog wel meer. Hij is gekleed in een judo-pak en zijn zwarte riem is net zo donker als zijn gezicht en loopt druk pratend met een video-call op zijn mobieltje langs het kanaal. Bijzonder, wil hij een ieder nu echt met dit pak laten denken dat hij een judoka is? Een bakker loopt toch ook niet met zijn sloof nog om door het park of een stripteasedanseres enkel in haar string met het papier geld er nog uit stekend? Ach, wat maakt het ook uit, als de man zich gelukkig voelt is het toch mooi zo.
Ik slecht de laatste drie sluizen van het kanaal en draai om half één de stad in, nu nog drie sluizen met elk een flink verval om in het centrum te komen. Direct na lunchtijd krijg ik groen licht en schuif de eerste sluis in en stijg weer 2,62 meter. Nummer twee is goed voor nog eens 4,43 meter en de derde heeft een verval van 6,20 meter. Als ik bijna bovenin dobber hoor ik een gesis en gesuis alsof er ergens iemand met een hogedruk spuit staat te werken en ik voel een natte nevel over mij neerdalen. Welke malloot spuit die sluis in? Nog hoger gekomen zie ik dat een ontluchting van de drijvende bolder links van mijn boot staat te spuiten alsof hij Old Faithfull zelf is. De vrije doorgang van deze ontluchting zal waarschijnlijk verstopt zijn waardoor het water alleen naar boven weg kan komen.
Na dit waterballet is het nog slechts twee kilometer varen voordat ik in de stads Marina Port St. Sauveur kan afmeren. Hier blijf ik een paar nachten liggen, het is al met al een enerverende en energievretende week geweest met heel veel indrukken.
Ik ben in de afgelopen week 56 sluizen gepasseerd en heb daarbij vanaf Bordeaux over een afstand van 193 kilometer een hoogteverschil van bijna 143 meter overbrugd.
Nu eerst een hernieuwde kennismaking met Toulouse alvorens aan de volgende etappe te beginnen, het Canal du Midi op richting zuiden naar de Middellandse Zee.
Wat een interessant verslag weer, Marcel! Ik kijk alweer uit naar het volgende.
Goeie reis en veel plezier!
Dank je wel Yole,
Daar is al voor gezorgd.
En dat plezier zit wel snor.
Groetjes, Marcel
Hi Marcel,
Wat een prachtige verhalen.??
We zijn ondertussen ook weer thuis aangeland na 3 weken zonovergoten familievakantie in Bella Italia.
Veel vaarplezier!
Groetjes van ons ?
Dank je wel Yvonne
Aan avonturen geen gebrek Marcel, leuk om te lezen maar ook weleens spannend om het mee te maken lijkt me❣️
Je continue à lire mon cher ?
Hi Monique,
Het komt gewoon op je pad, een kwestie van zien, ondergaan en genieten.
Maar “spannend” nee, niet echt.
Hoewel die wespen daar wel hun best voor deden 😉
Groetjes, Marcel