Zondag 25 juli
Gisteren was het ’s middags en ’s avonds veel te gezellig om na het hijsen van de mast nog alle lijnen te ordenen en de zeilen weer aan te slaan. Daarom begin ik vanochtend eerst met alle lijnen inscheren in het juiste beslag en door de bijbehorende rollen, katrollen en geleiders te halen. Dan het zonnepaneel weer terugplaatsen bovenop de buiskap en daarna slaan wij samen de zeilen aan. Nog even de drinkwatertank afvullen en wij zijn alweer klaar voor vertrek.
Ongeveer half drie zijn wij zover dat we kunnen losgooien en verder de Vilaine rivier afzakken, doel voor vandaag is La Roche Bernard. Dat is niet heel ver varen, net geen vijf mijl maar zelfs dan is er nog meer dan genoeg te zien.
Zo komen we ook hier regelmatig bomen tegen die stampvol zitten met maretakken (ook bekend onder de naam heksenbezem), het is feitelijk een gezwel want die plant “vreet” zijn gastheer op door de sappen en voedingsstoffen die de boom opzuigt zich toe te eigenen.

Nu ik hierboven een beroemde Galliër aanhaal ontkom ik er niet aan om Obelix, de strijdmakker van Asterix, ook even te noemen. Langs de rivier de Vilaine zien wij op slechts enkele tientallen meters van ons verwijderd in een weide grenzend aan de stroom een heuse menhir staan.
Noot van de auteur; Het is niet wetenschappelijk bewezen dat Obelix ook de hand heeft gehad in deze menhir die wij onderweg hebben gezien.




Een uur na ons vertrek uit Folleux meren wij, na nog geen 4 mijl gevaren te hebben, al weer aan bij onze eindbestemming voor vandaag. Het schitterende plaatsje La Roche Bernard. Het is wat toeristisch maar daar kijken wij wel doorheen. De toeristen worden elk uur met een rondvaartboot vanuit het benedenstrooms gelegen Arzal aangevoerd, mogen dan wat door het stadje ronddwalen en worden twee uur later weer opgehaald als de volgende lading dagjesmensen door de volgende boot aan de kade worden uitgebraakt.
Voor vandaag gebruiken wij de resterende uren om de twee wasmachines en de wasdroogautomaat op de aan de haven grenzende camping te confisqueren. Ook de prima douches op het haventerrein moeten het ontgelden waarna wij weer opgefrist een herboren aan boord stappen.


Maandag 26 juli
In de ochtend gaan wij vandaag eerst maar eens de toerist uithangen, maar dwars als wij zijn volgen wij niet de stroom eerste toeristen maar duiken een paar steegjes en straatjes in en zijn na een paar minuten de enigen die in dat deel van het stadje ronddwalen.
Ook dit stadje is vergeven van de vakwerkhuizen, vanaf de heuveltop heb je zicht over de rivier en op de jachthaven. Aan de stadskant heeft deze haven steigers maar aan de andere oever ligt een hele trits jachten aan moorings te wachten tot zij door hun eigenaren weer eens worden uitgelaten.
Op de opvallende rots, waaromheen het oude centrum is gebouwd, werd al in de 11e eeuw door een Viking, ene Bernard, een vesting gebouwd. De oevers staan al sinds eeuwen vol met bomen die door hem en zijn makkers werden gebruikt om hun Drakars te bouwen. Sindsdien ontstond hier een activiteit met scheepsbouw variërend van drakars tot zelfs in 1636 het linieschip La Couronne. Dit schip werd onder auspiciën van Kardinaal Richelieu op stapel gezet. Op zich was dit dan weer vervelend voor onze vaderlandse scheepsbouw industrie want tot dat Richelieu hiertoe besloot lieten de Fransen al hun schepen in Nederland bouwen.
Op de terugweg vanuit het stadje pikken wij aan de haven nog even een terrasje. Waarschijnlijk verlaten wij overmorgen Bretagne en varen dan langs het departement Loire Aquitane op weg naar de Vendée waar een volgende bestemming ligt dus is vandaag de laatste kans om ook daadwerkelijk in Bretagne nog van dit Bretonse gerecht te kunnen smullen.




Berichten uit de kombuis. Door: Yvonne
Op elke straathoek vind je hier een crêperie, nu houdt Marcel niet zo van een pannenkoek hij zal er toch aan moeten geloven. De crêpe heeft in de 13e eeuw zijn intrede gedaan in Bretagne. De kruistochten hebben namelijk boekweit (een donkere graansoort) naar Bretagne gebracht en het klimaat in Bretagne bleek erg geschikt voor deze graansoort. Nu is de crêpe eigenlijk gemaakt van wit meel met melk en ei en wordt deze genuttigd met boter en suiker of marmelade. Maar gemaakt van het donkere meel met water wordt het een galette en wordt hij hartig gegeten en daar gingen wij voor.
Hoe mooi gepresenteerd: van binnen en heerlijke laag gesmolten emmentaler kaas en gebakken champignons, dan mooi in het midden een spiegelei wat nog net te zien is binnen het vouwwerk. Marcel die niet van de kaas is koos voor de versie met andouille, dit is een worst van varkensvlees, deze worst is ook bekend in de Cajun keuken in de VS, doordat de Fransen deze worst hebben geïntroduceerd in Louisiana. Op deze manier lust zelfs Marcel een pannenkoek!
Na deze smulpartij gooien wij om even na tweeën los en laten La Roche Bernard achter ons liggen, wij gaan nu op weg naar het net binnen de zeesluis gelegen Arzal waar wij al na driekwartier varen zullen aankomen. Ja, het zijn zware dagen hier op de rivier.

Na een klein half uurtje gevaren te hebben ontwaar ik tussen een stel aan mooring liggende boten een klein kajuitzeiljachtje. Ik herken het lijnenspel onmiddellijk als een ontwerp uit de beginjaren van de Beneteau werf. Onmiskenbaar gestoeld op de originele Bretonse viskotters waarmee de werf ooit is begonnen. Ik wend de steven en manoeuvreer tot tussen de afgemeerde jachtjes en vaar een paar keer om het bootje heen en herken weer alle details van het scheepje. Het is dit type kajuitzeilboot dat ik als scholier ooit voor een betaalbaar bedrag van een kennis van mijn vader heb kunnen overnemen.
Kom, ik neem je mee naar januari 1973. Een jachtvriend van mijn vader weet dat ik op zoek ben naar een andere boot. Mijn 12 voets open zeilboot, een Koralle met trailer, 2 pk Yamaha en bisonyl afdektent heb ik te koop gezet en ik ben naarstig op zoek naar een betaalbaar kajuitzeiljachtje. Die kennis werd voor een ontwikkelingsproject van 1,5 a 2 jaar uitgezonden naar Indonesië en bood mij, omdat hij wist van mijn zoektocht, zijn 15 voets Beneteau Galion aan voor 8.000 gulden. Laten we zeggen dat dit “iets” boven mijn budget lag. Ik zat in mijn examenjaar van MAVO 4 en had geen vaste zaterdagbaan in een supermarkt of zo maar kluste wel her en der bij.
Mijn vader stelde die kennis voor om, wanneer hij zijn boot voor zijn vertrek niet verkocht zou hebben, zijn boot dan over te nemen voor 4.500 gulden boter bij de vis. Begrijpelijkerwijs vond hij dat voorstel helemaal niets.
Een paar maanden hoorden wij niets meer van hem en ik pluisde trouw elke zaterdag de botenadvertenties in De Telegraaf uit op zoek naar iets dat betaalbaar en goed genoeg zou zijn. Wel had ik inmiddels mijn Koralle voor 1.850,oo kunnen verkopen. Totdat ……. eind mei, twee weken voordat hij naar Indonesië zou vertrekken die man ons opbelde met de vraag; “Meende je dat van die 4.500?” Het gevolg laat zich raden, een week later had ik die boot in mijn bezit en zat, na het betalen van de opbrengst van mijn Koralle, met een restschuld van 2.650 gulden aan mijn vader.
Die zomervakantie heb ik mij bij een elektrotechnisch bedrijf een slag in de rondte gewerkt, daarnaast pakte ik alle klusjes aan die er op mijn pad kwamen, verbouwde twee keukens en een badkamer, deed bezorgwerk en naaide zeilhoezen die ik voor goed geld verkocht met als gevolg dat eind augustus mijn schuld was afbetaald en de Galion nu écht van mij was. Daar waar andere scholieren vette brommers van soms wel drie à vierduizend gulden kochten had ik een eigen kajuitzeilboot verworven, weliswaar zonder motor maar wel een boot met mogelijkheden. En met brommers had ik sowieso niets.
En dan nu, met mijn meest recente en tevens laatste boot kom ik hier in Bretagne, het thuisland van de Beneteau jachten zomaar dezelfde Beneteau tegen die ik ooit gevaren heb. En wat is ie klein! Maar wat heb ik er destijds een plezier mee gehad. Op de Zeeuwse stromen en de Wadden na ben ik met dat scheepje in de daaropvolgende tien jaar in bijna heel Nederland wezen rondzwerven.


Na vandaag nog geen vier mijl te hebben gevaren komen wij aan in Arzal en gooi ik eerst twee jerrycans vol met diesel en dan meren wij voor twee nachten af aan de gastensteiger.
Morgen wordt het snertweer met snoeiharde wind dus blijven wij nog een dagje binnen voor wij weer zee kiezen.

Dinsdag 27 juli
De meteo-mensen hebben niet overdreven met hun weersverwachtingen. Vamdaag lagen wij te schudden en hotsebotsen in de haven van Arzal. Dit was geen weer om op zee te zijn. Daarom van de nood een deugd gemaakt, wat boodschappen gedaan in de omgeving van de haven, ruim de tijd genomen om het blog bij te werken en de vele foto’s geordend.

Een blog schrijven kost tijd maar is een prettige bezigheid, zeker met een goed glas wijn onder bereik

Woensdag 28 juli
Vandaag kunnen wij om de rivier voorgoed verlaten met de schutting 11:00 uur van de zeesluis. Dat gaat vlot en in no time varen wij aan de zeezijde van de sluis de rivierarm af richting zee. Er staat een pittig westzuidwesten windje met 18 tot 20 knopen op de kop en dat geeft met het afgaande tij een beste klotsbak. Maar zodra er ruimte is gaan de zeilen op en zeilen wij in zuidwestelijke richting naar de badplaats La Turballe waar wij willen overnachten. Na net geen negentien mijl gezeild te hebben komen wij aan in die haven waar het kokend druk blijkt te zijn. Ik vermoed dat de havenmeesters in hun jeugd erg vaak het computerspelletje Tetris hebben gespeeld want ze weten alle boten exact passend in de resterende gaatjes te prakken. Je zou van de wallekant naar de tegenoverliggende pier kunnen lopen door van boot naar boot te klauteren zo vol ligt de haven. Even een kruisje slaan en maar hopen dat er geen brand uitbreekt. Bij het aanmeren ontkom ik niet aan de indruk dat Fransen geweldige zeilers zijn maar slecht kunnen aanmeren of afvaren. De havendienst heeft een vlet volgehangen met fenders en gebruikt dat scheepje om boten af te remmen, te slepen of zelfs zijdelings naar en in hun ligplaats te duwen. Het komt bij hen niet eens op dat je door de schroefwerking en je roer je boot zich zijwaarts kan laten verplaatsen. Ik reageer dan ook best narrig als zij ongevraagd hun duwboot tegen de Karavanserai plaatsen waardoor onze boeg direct een geheel eigen leven gaat leiden. Maar ja, zij zullen wel door ervaring wij geworden zijn en het ongetwijfeld goed bedoelen.





Op de Sloterplas leek je yacht toch iets groter ?
Maar je hebt toch mooi Yvonne er mee kunnen verleiden ?
Hi Hans,
Size doesn’t matter as they say 😉
Maar inderdaad, vanaf toen ging ze graag mee.
Maar soms kwam er zo een Varuna 400 langs en dan moesten wij snel de kajuit weer uit.
Mooie herinneringen.
Groetjes, Marcel & Yvonne
Heerlijk omke blog te lezen. En de mooie foto’s. Waar meren jullie af in de Vendee. Wij hebben daar jaren met de kinderen onze zomervakanties doorgebracht. Het vaakst in Jard-Sur-Mer.
Hi Kees & Alie,
Voor afmeren heb ik zelden een vastomlijnd plan, het gaat zoals het loopt.
Hoe lang ben ik fit, moeten er wel of geen boodschappen gedaan worden, hoe is het weer en hoe loopt het tij.
In ieder geval hebben wij Saint-Gilles-Croix-de-Vie bezocht, in het kader van het zout in de pap en de bootjes.
Groetjes, Yvonne & Marcel
Hallo Marcel en Yvonne, nog heel veel plezier op deze Wereldreis door Frankrijk. Wij hebben nu net vakantie en houden het nog maar even bij Nederland.
Breng de boot en alle passagiers veilig weer thuis straks
Karin , Maare en Andre in het Veld
Hi André,
Met dat plezier zit het wel snor.
Net als de schuimende snor voor de boot als wij lekker op tempo varen.
Vergis je niet, Nederland is prachtig.
Als ik eind dit jaar terug kom maak ik een extra ommetje door Nederland voor ik op huis aan stuur.
Omdat het zo mooi is!
Groetjes thuis,
Marcel & Yvonne