Over de Saône van Lyon naar Saint-Symphorien-sur-Saône
Zondag 24 oktober
Ik sta om zeven uur al in de kuip, de lucht is kraakhelder en daardoor is de temperatuur nog maar 4 graden. Fris is een understatement, ik besluit om na mijn ontbijt eerst maar eens een blog te gaan afschrijven en daarna voor vertrek nog even naar de Intermarché te lopen die hier nog geen 100 meter vandaan is.
Als het blog klaar is en online staat en de boodschappen zijn opgeborgen kan ik om kwart voor één losgooien, de havenkom uitvaren en de Saône opvaren die ik de eerstvolgende 219 km zal blijven volgen. Er loopt maar weinig stroom tegen, nauwelijks 0,6 knoop dus dat zal geen probleem opleveren.
Vandaag voert het eerste deel van deze zonnige tocht door het oude centrum van Lyon dat er vanaf het water werkelijk prachtig uitziet. Ondanks dat het al middag is heerst er een serene rust in de stad, er lopen of zitten op de kades her en der wel veel mensen maar het is het ontbreken van de kenmerkende stadsgeluiden waardoor deze aparte sfeer ontstaat.
Na het centrum vaar ik door een lommerrijk deel van de stad om vervolgens een paar kilometer buiten Lyon het eilandje Île de Barbe te passeren.
Op dit eiland zijn de fundamenten van een voormalig klooster uit de vijfde eeuw nog goed zichtbaar. Dat klooster was een van de oudste kerkelijke gebouwen in heel Gallië. De monniken die destijds het klooster bevolkten hadden betreffende het celibaat zo hun eigen opvattingen. Feitelijk bestierden zij hier een YabYum avant le lettre en gingen zich te buiten aan ware orgieën. De geruchten van deze bacchanalen en sexfeesten bereikten uiteindelijk zelfs Rome. De Paus, die daar klaarblijkelijk de humor niet van kon inzien, gaf in 1549 opdracht de monniken op straat te zetten en hun man-cave met de grond gelijk te maken. Vandaag de dag wonen er ongeveer twintig mensen op het eiland dat min of meer een status aparte heeft. Eén van de bewoners heeft zichzelf jaren geleden tot koning uitgeroepen. Er is zelfs een heuse Koningsdag waarop hij de overige bewoners een vorstelijke maaltijd voorzet in het eersteklas restaurant dat op het eiland is gevestigd. Hij is zelfs zover gegaan dat hij in 1991 de Verenigde Naties een brief heeft gestuurd waarin hij meldde dat het eiland de onafhankelijkheid had uitgeroepen. Als je maar in jezelf gelooft kan alles.
Aan het eind van de middag, ik ben net die twee voor de wal afgemeerde Nederlandse tjalken gepasseerd, komt er een Nederlands zeiljacht met een gestreken mast mij tegemoet varen. Die twee opvarenden blijken op weg te zijn naar Port Saint Louis-sur-Rhône om hun boot daar voor de winter achter te laten en vervolgens zelf met de trein weer naar huis te gaan.
Rond half zeven vind ik dat het mooi is geweest, ik heb vanmiddag toch nog 51 kilometer afgelegd, en meer de boot af aan de drijvende steiger van de gemeentecamping in het dorpje Montmerle-sur-Saône. Tijd om wat te eten te maken.
Maandag 25 oktober
Ik ben weer vroeg wakker maar als ik naar buiten kijk zie ik niks, helemaal niets. Het blijkt potdicht te zitten van de mist. De aluminium voetrail in het gangboord is vanuit het kombuisraam prima te zien, maar het water dat slechts een meter lager ligt is onzichtbaar in de grijze watten deken. Hier past maar één devies, liggen blijven tot de mist is opgetrokken. Anderhalf uur later hoor ik het onmiskenbare plokkende geluid van een naderend vrachtschip dat (zij mogen wel varen omdat zij radar aan boord hebben) langzaam zijn weg zoekt door het verstilde landschap. Wanneer ik naar buiten kijk op het moment dat hij mij voorbij vaart zijn details bij hem aan boord nauwelijks scherp waar te nemen. Nog maar even blijven liggen. Pas om kwart voor elf is de mist zover opgetrokken dat het verantwoord is om weer te gaan varen.
Bij tweeën kom ik aan in het meer dan 2000 jaar oude stadje Maçon. Hoewel het dus al lang bestaat is er qua historische bebouwing weinig van over gebleven. De nodige godsdienstoorlogen hebben tot even zovele verwoestingen geleid, een van de weinige nog resterende pronkjuweeltjes is de Pont St Laurent die dateert uit de elfde eeuw.
Her en der zijn stuken van de rivier bebakend omdat de vaargeul daar tussen de zandbanken door slingert. Over het algemeen is dat redelijk goed te zien, tenminste als het van die lange stalen buizen zijn die in de rivierbodem zijn gedreven èn als ze goed fris in de verf staan. In dat geval houd ik groen aan mijn stuurboordzijde en rood aan bakboord. Helaas is de staat van onderhoud af en toe bedroevend slecht. Verbleekte kleuren die soms zo vaal zijn geworden dat het eerder lichtblauw is dan groen of rood. En voor het gemak dan meteen verkleurde bakens aan beide zijden van de vaargeul. Dat is fijn oriënteren bij een slingerende geul, denkt hij cynisch. Het is dan ook niet verwonderlijk dat ik vlak voor half vier nota bene in een heel smal gedeelte van de vaargeul met een denderende dreun aan de grond loop, de boot schuift iets schuin omhoog en ligt dan vrijwel meteen stil. Gloeiende gloeiende… de adrenaline giert door mijn lijf. Het geluid klonk tijdens het gronden eigenlijk best vreemd, helemaal niet wat je verwacht als je een zandbodem opschuift, maar ook niet zoals een rotsbodem klinkt als de boot grondt. De boot ligt wel meteen stevig en onbeweeglijk “afgemeerd”. Ik pak de uitschuifbare bootshaak, breng hem op volledig lengte en ga rond de boot loden. Okay, het voelt massief daar beneden maar niet zo onregelmatig als je bij een rotsbodem zou verwachten. Als ik met de bootshaak een paar keer fel op de rivierbodem prik komt er een metalig geluid naar boven. Wat moet daar nu liggen? Een oliedrum, een auto of misschien een container? Geen idee wat er ligt maar het is in ieder geval ruim binnen de vaargeul. Ik ga naar binnen en licht beneden de vloerdelen om te zien of er water langs de kielbouten naar binnen komt. Gelukkig is en blijft alles kurkdroog. Mooi dan kunnen we nu weer proberen los te varen. Ik zet de motor zachtjes in zijn achteruit, geen beweging. Ik stap in het gangboord en meteen daarna stap ik rap over naar het andere gangboord, ik herhaal dat een paar keer en geef wat meer gas. En zowaar de boot glijdt langzaam schuin naar beneden en komt dan vrij van wat er dan ook onder ons mag liggen. Nog een geluk dat ik geen stroom mee had want dan zou de boot alleen maar vaster komen te liggen met dat water dat constant de boot vooruit duwt. Enigszins beduusd pak ik de draad weer op en vaar verder de rivier op.
De rest van de middag blijft de boot zoals het hoort gewoon drijven en doen zich geen vervelende gebeurtenissen meer voor. Bij de eerstvolgende en tevens laatste sluis voor vandaag meld ik de sluiswachter waar ik gestrand ben en uit mijn vermoedens van een metalen object net binnen de vaargeul, Hij zegt toe dat te laten onderzoeken. Als ik deze sluis uitvaar heb ik de navigatielichten al ontstoken want de schemering zet rap in en het is vrijwel helemaal donker als ik om tien minuten voor zeven aanleg aan een ponton net voor de ingang van een oude buiten gebruik gestelde sluis van Gigny die nu dienst doet als haventje voor het gehucht met dezelfde naam. Afgezien van de gronding ben ik tevreden, vandaag heb ik, ondanks het late vertrek vanwege de mist, maar liefst 72 kilometer gevaren. Bovendien sluit ik de dag af met een mooi rond getal in de plotter, ik heb met deze boot sinds ik in 2017 onder garantie een nieuwe plotter heb gekregen precies 5000 mijl gevaren.
Dinsdag 26 oktober
Het is al bijna tien uur in de morgen als ik van de ligplaats van afgelopen nacht weg vaar. Nu het weer licht is zie dat er een stuk of negen bootjes in de voormalige sluiskolk een vaste ligplaats hebben. Bovenstrooms net voor de kolk ligt een oude peniche die, zoals zo vaak in Frankrijk gebeurt, wordt gebruikt als woning. Schuin tegenover de sluis staat aan mijn stuurboordzijde van de vaargeul een peilschaal met drie merktekens. Als het water tegen de onderste streep staat betekent het dat de pleziervaart niet meer mag varen, de middelste streep betekent dat er geen passagiersschepen meer mogen varen en als het water de bovenste streep raakt is het ook einde oefening voor de vrachtvaart op de Saône. Zo te zien gaat het mijn reis wel redden voor het water het kritieke niveau heeft bereikt.
Het wordt vandaag een korte tocht van slechts negentien kilometer. Ik heb al een paar dagen via WhatsApp contact met een klant van mij. Zij is nu net met de auto via Frankrijk op de toeristische terugweg vanuit Spanje. Het lijkt ons beiden wel leuk om ergens gezellig bij te praten en de keuze is uiteindelijk gevallen op de provinciestad Chalon-sur-Saône die zowel met de auto als met de boot prima te bereiken is. Vandaar dat ik daar net voor enen al in het plaatselijk haventje afmeer. Ik doe nog even snel wat boodschappen en vul de dieselvoorraad weer eens bij en nestel mij dan in de zonnige kuip. Later die middag komen zij en een vriend bij mij aan boord onder het genot van een hapje en drankje gezellig bijpraten. Wij hebben elkaar tenslotte al een hele tijd niet meer gezien. Ik vind het heel bijzonder en waardeer dit enorm dat een klant de moeite neemt om in haar vakantie een van haar leveranciers met een bezoek te vereren.
Woensdag 27 oktober
Vanochtend is het weer dikke mist maar aangezien ik al besloten had om vandaag in Chalon-sur-Saône te blijven vormt dat geen enkel probleem. De ochtend breng ik door met mijzelf inlezen en voor te bereiden op enkele alternatieven voor de route terug naar Nederland. Vanmiddag wil naar het Musée Nicéphore-Niépce ofwel het Musée de Photographie dat vrijwel geheel gewijd is aan Nicéphore Niépce, die man staat te boek als de uitvinder van de fotografie en aan de geschiedenis van de fotografie vandaar dat in het museum een grote collectie fotocamera’s tentoongesteld wordt.
Donderdag 28 oktober
Ook vandaag is het weer een mistfeest bij het ontwaken dus dat betekent weer afwachten tot de mist zover oplost dat het varen verantwoord is. Dit keer moet ik zelfs tot bij half één wachten voor er eindelijk voldoende zicht is maar dan kan ik eindelijk vertrekken. Ik vaar al een uur of twee als ik door Verdun-sur-le-Doubs kom, een plaats die in de eerste eeuw na Christus nog door de Romeinen werd gesticht en sindsdien altijd van grote nautische betekenis is geweest. Tot voor kort was daar zelfs een scheepswerf gevestigd. Daarna volgen twee sluizen en dan begint het alweer te schemeren, de navigatielichten gaan aan en nu maar hopen dat ik met voldoende licht op mijn plaats van bestemming weet te komen. De bebakening op de Saône is onverlicht dus op deze meanderende rivier in het donker blijven varen is absoluut geen goed plan. Het lukt maar net, ruim na zeven uur weet ik net voor Saint-Jean-de-Losne in het donker de afslag naar een sluis te vinden en daar vlak voor vind ik op de tast een aftakking in de vaarweg naar een bassin waarbinnen ik zou kunnen afmeren. Ik zie geen hand voor ogen en ben reuze blij met mijn kaartplotter waarop het vaarwater en de positie van mijn boot worden weergegeven. Als ik de bezoekersponton van deze haven voor verhuurboten heb gevonden moet ik letterlijk met mijn handen tastend over de steiger kruipen om de ringen te vinden waardoorheen ik de landvasten kan rijgen. Maar goed, na 63 kilometer op de teller te hebben bijgeschreven lig ik beschut en kan ik beginnen aan mijn escapades in de kombuis.
Vrijdag 29 oktober
Als ik in het daglicht, nu eens zonder ochtendmist, in de kuip sta en de haven rondkijk zie ik dat ik gisterenavond in het donker door een soort van plantsoen ben geploegd. Het is hier vergeven van de waterplanten. Een groep zwanen peddelt zich de poten onder het lijf vandaan maar komt nauwelijks vooruit in deze onderwater bossen.
Na het ontbijt is mijn eerste doel een werkoverleg met de sluiswachter van de nabijgelegen sluis die toegang biedt tot het Canal de Bourgogne.
Saint-Jean-de-Losne is namelijk één van de drie beslispunten op mijn thuisreis. Ik zou hier bij deze sluis naar het noordwesten kunnen afslaan om via het Canal de Bourgogne naar de Haute Seine te varen dan dwars door Parijs en vervolgens via de rivier de Oise en het Canal du Nord richting Lille en van daar richting het Belgische Mons (Bergen) naar Antwerpen te varen en dan via de Westerschelde bijvoorbeeld bij Vlissingen naar binnen en omhoog naar huis.
Een tweede beslispunt is vijf kilometer stroomopwaarts bij Saint-Symphorien-sur-Saône waar ik naar het oosten kan afslaan om dan via het Canal du Rhône au Rhin naar de Frans-Duitse grens te varen en vandaar via de Rijn naar Nederland af te zakken. Maar onderweg heb ik mij laten vertellen dat vrijwel aan het einde van dit tweehonderdveertig kilometer lange kanaal vanwege onderhoudswerkzaamheden een stremming zou zijn.
Het derde en laatste beslispunt ligt veertig kilometer noordelijk de Saône op bij Pontailler-sur- Saône waar ik naar het noorden kan afslaan en via het Canal de la Marne à la Saône naar Reims kan varen en dan via het Canal des Ardennes om vervolgens via de Maas naar Namen en Luik in België door te steken naar Maastricht en dan via Limburg en de grote rivieren naar huis te varen.
Keuzestress, dus eerst met de sluiswachter overleggen om te horen of en zo ja waar er iets gestremd is. Opties afstrepen maakt het altijd eenvoudiger om te kiezen.
Volgens de sluismeester zijn optie twee en drie beide mogelijk. Alleen zijn sluis (optie één) gaat per twee november voor twee maanden op slot vanwege rigoureuze onderhoudswerkzaamheden. Voor de zekerheid heeft hij nog gebeld het regionale hoofdkantoor omdat ik aangaf dat 240 kilometer voor Jan Doedel varen om vervolgens weer te moeten terugkeren niet mijn voorkeur had.
Mijn keuze valt definitief op mijn tweede route, via het Canal du Rhône au Rhin naar de Rijn varen en dan net zoals de Batavieren deden mijzelf, nou ja mijn boot dan, richting Nederland laten drijven.
Na het verhelderende overleg met de sluiswachter ga ik het stadje in. Er staat nog een museumbezoek op mijn lijstje. Mijn credo is; “Een vakantie is pas compleet als je in een museum bent geweest” en vandaag is dat Le Musée de Batellerie. Dit museum is geheel gewijd aan de schippers en hun vaartuigen zoals die door de eeuwen heen op de Saône hebben gevaren. Bovendien is de collectie samengesteld uit allerlei werktuigen en onderdelen die tijdens baggerwerkzaamheden boven water gekomen zijn. Kortom interessant genoeg om er even heen te lopen.
Ik loop langs het haventerrein richting het stadje aan de andere zijde van het bassin. Helaas blijkt al snel dat ik een bord voor mijn kop heb. Letterlijk wel te verstaan. De gemiddelde Fransman is zo klein dat zij blijkbaar andere maatstaven aanhouden wanneer zij hun reclame- en verkeersborden of zonweringen ophangen. Wanneer ik een straatje inloop knal ik met een enorme dreun met mijn hoofd tegen een verkeersbord. Dat ronde verkeersbord an sich had ik wel gezien, maar er blijkt een stuk kokerprofiel onder uit te steken en dat zie je dan net niet, temeer omdat ik vanaf een zonnig stuk trottoir een overschaduwde straat in liep. De scherpe onderrand raakte mij midden op mijn voorhoofd met een aardige bult als gevolg. Nog een geluk dat ik mijn cap op had, je zou kunnen zeggen “saved by the bell” met een hoofdletter B, de B van bell? Nee, de B van Breitling. Ik had toen ik vlak voor mijn vertrek bij mijn klant Breitling Nederland afscheid kwam nemen van de directeur een paar Breitling-caps meegekregen met de waarschuwing die vooral te dragen gezien mijn weelderige haardos, of liever gezegd het ontbreken daarvan. Goed dat het vandaag zo zonnig is en ik dus die cap op mijn kop had, die heeft mij mooi behoed voor een bloederige snee.
Nadat ik het museum bezocht heb loop ik weer terug naar de haven en maak de boot vertrekklaar. Net even voor twaalf uur gooi ik los en leid de boot al ploegend door de enorme hoeveelheid waterplanten in de richting van de Saône. Eenmaal buiten het dorp vaar ik de boot, die ondertussen nog nauwelijks snelheid maakt, naar het midden van de rivier en gooi hem dan in zijn achteruit en geef extreem veel gas. Door het kolkende schroefwater en het snelle achteruit varen kan ik op deze wijze de voor de kiel hangende samengeklonterde slierten van waterplanten losvaren. Als ik hem weer in zijn vooruit zet loopt de boot als vanouds lekker snel door het water. En dan nu op weg naar het vijf kilometer verderop gelegen Saint-Symphorien-sur-Saône waar de sluis is die mij toegang biedt tot het Canal du Rhône au Rhin. Op naar de Oosterburen!
Suρerb, what a blog it is! Tһis weblog gives helpful data to us,
keep it up.
Thanks,
A new update will follow very soon.
Best regards, Marcel